Veertien juli, dinsdag

Vandaag zijn we naar sloss Neuschwanstein en Hohenschwangau geweest. Ik wilde het liefst zo vroeg mogelijk opstaan om zo snel mogelijk op weg te gaan zodat we niet in een rij hoefden te gaan staan, maar Kevin wilde graag “uitslapen”. Uitslapen is bij mij een uur of tien/elf, maar bij Kevin een uur of acht. Ik besloot stiekem een gulden middenweg te kiezen en de wekker om half acht te zetten. Ik ging uitgebreid douchen en heb om kwart voor acht Kevin wijsgemaakt dat het acht uur was zodat hij er uit kwam. Uiteindelijk ging alles toch (weer) heel moeizaam waardoor we pas om negen uur de deur uit konden, maar okĂ©, dat weet je met een kindje. *insert-vermoeide-zucht*. Het zou volgens ons navigatiesysteem een uurtje rijden zijn. Nou, dan zijn we er om tien uur (inmiddels kwart over tien; door getreuzel). Onderweg besloot de TomTom raar te doen en hadden we zogenaamd een afslag gemist waardoor er ineens op het scherm stond dat we om half 1 aan zouden komen. What the heck. Ik schoot bijna uit mijn slof. DAN KUNNEN WE NET ZO GOED NIET GAAN!11!!!1! Ik was nog steeds een tikkie chagrijnig vanwege het stomme fototoestel-kabeltje en het feit dat we vandaag onze foto’s met onze mobieltjes moeten maken. Die zijn wat minder scherp en dat vind ik jammer voor zo’n plek.

Twee kastelen op een berg bekijken vanaf half 1 is vragen om moeilijkheden. Vanaf punt 1 naar punt 2 is het al dik een uur lopen. Maar de TomTom herstelde zich, raakte helemaal de kluts kwijt en begon af te tellen alsof het nieuwjaar was en gaf uiteindelijk zelfs een aantal minuten tijdwinst aan. Dat raakten we weer kwijt toen we een verkeerde afslag namen; maar uiteindelijk kwamen we om half elf aan. Bedenk je de kalverstraat op zondagmiddag, maar dan met mooiere gebouwen in een mooiere omgeving en je weet hoe druk het was. Het was een drukke straat met allerlei toeristenwinkels en horecagelegenheden met twee kastelen aan weerskanten. Hohenschwangau was het gele kasteel links op de berg; Neuschwanstein het witte kasteel rechts op de berg. De mierenhoop van mensen was overal. We parkeerden de auto op P4 en betaalden 6 euro voor een parkeerkaartje. We liepen naar het ticketcentre en zagen een rij staan. De rij was ongeveer anderhalve kilometer lang ofzo. Zelfs toen er geen gefabriceerde wachtrij meer was, was er een wachtrij van nog minstens 300 meter. Op het bord stond aangegeven dat er tot en met 16:00 geen tour meer vrij was voor sloss Neuschwanstein. We gingen vol verbazing van de lange wachtrij maar een beetje verdwaasd achter in de rij staan. We konden gelukkig wel de kastelen zien. Dat was nog wel een schrale troost voor de 100 jaar in-de-rij-wachten. We zagen iemand vrijwel vooral in de rij staan van een jaar of 76. Ik zei tegen Kevin: "Ze was begonnen op haar elfde..". En toen begon het wachten.

Ja, wat moet je dan? Je kunt geen kaartjes online kopen; geen kaartjes voor de volgende dag en geen kaartjes elders. Er kwamen mensen de rij af lopen in uniform die mensen gingen ontmoedigen om naar de rondleiding te gaan. Ze zeiden dat de wachtrij minstens ‘3 stunden’ was. Ik heb een kind; ik kan niet 3 uur lang in een rij staan! Heel even dacht ik er ook over na om uit de rij te stappen. Wil ik echt zo graag de kastelen in? Je kunt binnen en rondom het kasteel lopen – gratis – dus wat maakt het eigenlijk uit? Mja, je bent er nu toch, dus dan kun je ook gewoon de tour nemen. Ik twijfelde nog, totdat er een jongen voorbij kwam die verklapte dat je bij het museum even verderop ook kaartjes kon kopen voor beide kastelen en dat daar geen rij was. Je betaalde alleen 3 euro per persoon extra. Nou, ik verliet direct de rij en ging naar het museum toe. Onderweg verwachte ik allerlei addertjes onder het gras; uitverkocht, ontmoedigingsbeleid, gewoon voor de lol, etc. Maar de man had wel gelijk. Behalve dan dat er geen rij was; want bij het museum was ook een rij. De rij duurde alleen slechts twintig minuten. Dat was nog net vol te houden met Sebastian - die ondertussen op tenen begon te dansen en zijn vader omver probeerde te duwen. K’ching, even 48 euro aftikken voor twee personen voor twee rondleidingen in twee kastelen. Jeetje mina. Maar goed, beter duur dan niet te koop; zeg ik altijd maar.

Vanaf de grond kijk je allereerst naar het mooie gele kasteel aan. Hohenschwangau. Het is een prachtig tafereel waar ik even ademloos naar heb staan te kijken. Dat zoiets moois gewoon binnen handbereik ligt en dat we daar zo dadelijk een rondleiding hebben - jeej!!! Daarna kijk je een stukje hoger op de berg daartegenover en dan zie je in de verte Neuschwanstein. Ook prachtig! En ik was blij dat we voor beiden een tour hadden geboekt.

De eerste rondleiding begon dus in Hohenschwangau om 13:25. Op dat moment was het net elf uur, dus we gingen een beetje rondstruinen in het stukje toeristengebied. We zaten te kijken hoeveel een koetstocht naar Neuschwanstein kostte, want het was best een flink stuk klimmen naar boven. Na die alpentocht van gisteren hadden we het eigenlijk wel een beetje gehad met klimmen. Kevin had nog spierpijn en ik had er gewoon niet zo’n trek in om weer ‘helemaal’ op te zijn ’s avonds. 1 kasteel omhoog klimmen is al erg genoeg. Nadat ik een boekje (met 90 kleurenfoto’s als goedmakertje voor het fototoestelkabeltje) en een kettingkje heb gekocht in een souvenirshop zijn we bij een hotel/restaurantje op het terras gaan zitten. We hebben koffie met gebak besteld en zo kwamen we het eerste uur door. We wisten nu sinds 2 dagen het Duitse woord voor rietje (strohalm) dus konden we Sebas ook weer zonder problemen een glaasje apfelsaft geven. Daarna liepen we richting het eerste kasteel. Kevin wees naar de kortste route. “Maar er zitten wel een paar trappen”. Tja, ik weet niet hoeveel een paar trappen zijn? “Als jij Sebas dan bij je houdt, til ik de buggy wel”. Nou, opgelost, helemaal prima. Sebastian kon wat mij betreft zelf trap lopen en ik had geen buggy om te tillen, dus mijn keuze was snel gemaakt. Kevin sjouwde zich ondertussen wat af. Al beweert hij hoog en laag dat het wel mee viel. Het waren in totaal bij elkaar een trap of vijf en was wel te doen als je tussendoor even bleef staan, maar ik zou het je niet aanraden. We waren binnen vijftien/twintig minuten wel boven. Als we de langere buggy/rolstoelvriendelijke route hadden genomen, duurde het veertig minuten. Dat had wel gekund, maar ik wilde ook vooral veel foto’s maken van alles dus ik wist niet precies hoe lang het zou duren. Eenmaal boven was het vol van de mensen. Er waren toiletten, een souvenirshop, een stuk of vier fonteinen en een klein stukje museum achter glas. We hebben flink de tijd genomen om rond te kijken, Sebastian zijn luier te verschonen, zelf te gaan plassen, flesjes water te vullen, een groot drama te hebben met Sebas omdat hij bij de fonteinen wilde blijven, souvenirshop te bekijken en op een bankje te zitten en dergelijke en nog stonden we vooraan voor de tour bij het poortje.

De buggy bleef beneden. Ik zat me af te vragen of dat wel goed zou gaan met Sebas in zo’n rondleiding. Het antwoord kreeg ik al snel. JA! Volmondig ja. Sebastian riep bij elke kamer: OOOOHHHHH. En hij wees random dingen aan die hem in het oog sprongen. Hij liep zelf alle trappen op en gedroeg zich op zijn allerbest. Op het eind merkten we wel dat hij moe begon te worden (ja, want vanaf kwart voor acht was hij wakker – en het was toen al zeker 13:40) en dan wordt hij altijd melig. Hij bleef mama kussen, knuffelen en daarna schaterlachen; dus dat was wel leuk. Op het moment dat we weer buiten stonden was hij overigens weer ‘klaarwakker’. Toen we via de toeristische route naar beneden wandelden viel hij in slaap. Voor ongeveer een half uurtje

Undecided
De tour zelf was kort en prima te doen. Traplopen hoort erbij en dat ging nog wel. We gingen gelukkig per keer een verdieping op en daardoor was het te doen. Op het laatst moesten we 3 verdiepingen naar beneden. We hebben de vertrekken van de koning en koningin gezien; waarbij we begonnen bij de biljartzaal, kleedkamer van de koningin met de kapel, een lange zaal en gingen zo door naar de koningsvertrekken met een logeerkamer voor Richard Wagner. Op Ă©Ă©n van de vertrekken van koning Ludwig stond een telescoop. Hij kon vanuit die hoek precies zien hoe de bouw van Neuschwanstein verliep. Hij wilde zich aan het drukke koningsbestaan onttrekken dus besloot overal stulpjes te bouwen; waaronder Neuschwanstein – maar ook Linderhof en Herrenchiemsee.

Overal waren zwanen in verwerkt; want 1. De ridders van Schwangau droegen het wapen van een zwaan 2. De koning vond het mooie dieren. Er hingen kroonluchters, schilderijen en er stonden mooie voorwerpen die als geschenk waren gegeven. Ook stond in elke ruimte een ouderwetse verwarming (ik ben de naam ervan kwijt). Op Ă©Ă©n kamer stond een beeld van de broer van de koning; maar over het algemeen weinig beelden. Het kasteel is gebouwd in neogotische stijl; ik heb geen idee wat dat precies inhoudt, maar ik vond het warm, charmant en sprookjesachtig. Het kasteel is in de 12e eeuw gebouwd door de ridders van Schwangau - met als wapen dus de zwaan. Deze verlieten de boel in de 16e eeuw en nadat Napoleon er doorheen had gedendert was het naar de filistijnen. Koning Maximillian (de vader van koning Ludwig; waar vrijwel alle rondleidingen om draaien) kocht het in 1832 en knapte het op.

Ik vond het een leuke rondleiding maar wel een beetje kort. Voor mijn gevoel laten ze altijd maar 1/25ste deel van zo’n kasteel zien. Dat zal in werkelijkheid wel meevallen, maar toch is er zo’n mysterieus stukje van mijn nieuwsgierigheid bij ‘wat zit er achter deze deuren’ en 'waarom mag ik hier niet vrij rondlopen'. Ik vond het een mooi kasteel en de buitenkant trok me meer aan dan Neuschwanstein – dat had ik niet verwacht; ik ging namelijk juist voor de ander. Ik vond het een warme kleur hebben, gezellige uitstraling en niet zo strak omlijnd. De muurschilderingen vond ik ook wel wat hebben. We hebben de toeristische wandelroute terug genomen en hebben langs de ‘kleine’ alpsee gelopen. Dat is ook best wel een verschil met die Grosse alpsee van ‘bij ons in de buurt’. Sebastian was in slaap gevallen dus we besloten een terrasje te pakken en even wat te gaan drinken en onze tijd rustig uit te zitten. We konden wel alvast in de bus/koets naar Neuschwansstein gaan, maar dan zou hij wakker worden en dat wilden we nog even niet. We hadden tijd genoeg en hij had zijn slaap hard nodig. Anders zou hij de tweede toer misschien verstoren. Toen we onze versnaperingen achter de kiezen hadden, liepen we naar het stukje bustickets, nadat we lazen dat de paardenkoets bergopwaarts 6 euro per persoon kostte inclusief Sebas. De bus was 3.80 alles bij elkaar en dat scheelt aanzienlijk. Het is wel irritant dat werkelijk alles extra geld kost en overal een rij stond, maar goed, uitmelken en drukte kun je daar wel verwachten. Als je gaat, neem een zak geld mee en begin vroeg in de ochtend. Ik geloof dat er een kwart van ons vakantiebudget daar is uitgegeven; inclusief betalen voor de wc zelfs al heb je zojuist 20 euro uitgegeven om te eten/drinken – ook stonden we weer een half uur in de rij voor de bustickets. De bus kwam snel en bracht ons binnen tien minuten naar boven op een stukje waar je lopend een uur over zou hebben gedaan. Ik vond alleen de weggetjes akelig smal. Mocht je hoogtevrees hebben of extreem bang zijn dat de bus kantelt en over de rand valt en iedereen hartstikke dood valt, zou ik gaan lopen. Ik vond het nog net te doen en heb gewoon op sommige punten mijn ogen dicht gedaan. Met name een smal bergweggetje en een tourbus.

Eenmaal boven waren we er nog niet. We moesten eerst nog 15 minuten wandelen. Eerst een stuk omlaag en daarna weer een stuk omhoog. En toen waren we er. Bij de zijkant van het kasteel! Het leek een beetje op Azkaban van Harry Potter en een deel van de torens op Isengard van Lord of the rings vanaf de zijkant. Erg strak en grauw. Het is niet wit maar grijs. Het is een mooie verschijning en imposant, maar op mij kwam het wat onpersoonlijker/killer over. We lieten de buggy beneden in de buggyruimte staan en hebben een kluisje gehuurd voor de luiertas. Zo konden we in de brandende zon over de binnenplaats struinen (trappen, trappen, trappen) zonder vijftienhonderd kilo aan tilwerk. Het zweet stroomde sowieso wel uit onze poriën. Maar ja, we zitten zo dicht bij de zon natuurlijk op deze hoogte. Haha.

Ook daar zat een souvenirwinkeltje en een informatiekiosk, wachtruimtes en toiletten. Ik moest natuurlijk weer even plassen en verbaasde me gewoon dat het geen geld kostte. Hoe geweldig is dat? Je moest alleen wel weer een kwartier in de rij gaan staan bij de vrouwentoiletten. De mannen natuurlijk nooit – terwijl hun blaas 2x groter is dan de onze dus zij er in verhouding veel langer gebruik van zouden moeten maken. Ik snap toch echt niet waarom het bij de vrouwen altijd zo lang duurt. Er zit altijd wel 1 vrouw vijftien minuten lang op de wc. Ik snap er werkelijk geen snars van. Je gaat naar de wc en doet de deur dicht. Dan hang je je tasje op aan een haakje. Je kijkt of er wc-papier genoeg is en de wc schoon genoeg, doet je broek en onderbroek naar beneden, gaat plassen, veegt na, kleedt je aan, spoelt door en gaat je handen wassen. Zo simpel is dat! Hooguit met een minuut – twee als je een skinny broek aan hebt die niet over je bil wil - sta je weer buiten. Tel er nog even dertig seconden bovenop als je je periode hebt – maar that’s it gewoon. Wat doen die vrouwen toch allemaal zo lang op de wc? Internationaal bellen met tante Truus? Je boodschappenlijstje maken voor aanstaande kerstmis? Wat doe je daar? Je zelfmeegebrachte waterkoker aansluiten op het elektriciteitsnet en een kopje cup a soup drinken? Doe even normaal joh. Oproep aan alle vrouwen: ga piesen en get the fuck out! Ik vind dat er een ‘timer’ zou moeten staan met een stopwatch. Na 3 minuten vliegt de deur van je wc wagenwijd open. Opgesodemieterd! Altijd die rijen van een kwartier of langer
 Dat slaat echt helemaal nergens op. We weten allemaal dat vrouwen niet poepen en al zeker niet op een openbaar toilet. 3 minuten en je tijd is opperdepop.

Anywayssss.... Toen we aan de beurt waren voor de rondleiding moesten we weer 100 trappen op. Nou ja, niet letterlijk 100, maar wel weer een boel. Ik had alweer zoiets van: jeetje mina, wat hielden die mensen veel van trappen. Het eerste wat ik zou doen, naast mijn kasteel okergeel verven, is een lift installeren. Ik kom straks thuis en dan ben ik de helft van mezelf kwijt (wat eigenlijk best wel een goed idee is want dat scheelt bergopwaarts ook een hoop). Oef... Je moet er wat voor over hebben om zo'n prachtkasteel te mogen bezichtigen. We kwamen in een toren binnen op de eerste verdieping in een donkere ruimte. Het was de welkomshal, waarbij we over een mooie galerij liepen naar de andere kant. In mijn boekje stond die hal vol verlicht en daarin zie je pas echt hoe mooi het is. Nu was het zo donker dat het echt niet tot zijn recht komt. Ik vind dat echt zonde. We liepen langs de eetkamer. Het was een mooi perfectionistisch kasteel maar er hangt een bepaalde sfeer die ik niet zo fijn vind. Het is echt heel statig en middeleeuws – en ik hou meer van het rommelige speelse, ik denk dat dat het is. Toen de koning leefde zat hij dus vanuit Hohenschwangau met een telescoop te kijken hoe Neuschwanstein werd gebouwd en nu ben ik er; en dan is het hier zo donker en statig. Dat kan volgens mij nooit de bedoeling zijn geweest. Ik begreep ook dat het vlak na zijn dood al open is gegaan voor het publiek en dat Walt Disney het kasteel van Doornroosje gebaseerd heeft op dit kasteel. Ik merkte gaanderweg in de tour dat ik meer een hohenschwangau-meisje ben qua uiterlijk; maar dan met de inhoud van Neuschwanstein. Want dat is wel erg mooi!

Zeventien jaar waren ze bezig met het bouwen en alles moest perfect zijn. Na het overlijden van de koning is de bouw gestopt en hebben ze het helaas nooit af gekregen. Ook dit kasteel hangt vol met schilderijen die zijn afgeleid van sprookjes en de opera’s van Richard Wagner die daarop gebaseerd waren. De zwanen waren uiteraard overal zichtbaar. Er is trouwens iets aan de manier waarop Duitsers Richard Wagner uitspreken – ik weet het niet, maar ze zeggen het op een bepaalde wijze waarbij het mij aan een Duitse natuurfilm doet denken. Riegart Wahkner! Oh Riegart
 RIEGART WAHKNER, OH! Verruklich, ganz toll, bitte, riegart, bitte bitte bitte
. *mist de helft van het wagner-verhaal gedurende de tour omdat ik een beelddenker ben*. Iets zegt mij dat koning Ludwig, die zo ongelukkig was en plekken zocht om zich terug te trekken en compleeeet lyrisch Wagner-fan is, wel wat meer voor de beste meneer begon te voelen. Het kan aan mij liggen, maar zo vaak en zo veel als dat zijn naam genoemd wordt; het verbaasd me dat het niet Wagnerschwanstein heet. Richard Wagner was in ieder geval heel erg geliefd door koning Ludwig; en hij had ervoor gezorgd dat hij financieel onderhouden werd voor de rest van zijn leven.

Ik vond de troonzaal het mooist. Je mocht er geen foto’s maken, dus uiteraard heb ik snel een paar foto’s weten te scoren. Maar echt heel mooi zijn ze niet geworden; meer als bewijs dat we er ook binnen zijn geweest. Het is net de Sixtijnse kapel. Niet dat ik die ooit gezien heb; maar gewoon een te vergelijken soort kunstwerk. Ik denk niet dat er iemand op deze wereld is die deze kamer compleet niks vind. Het is gewoonweg prachtig!!! De steentjes mozaïek op de vloer zijn stuk voor stuk gelegd volgens een boeddhistische stijl; het zijn dieren en bloemen. De muurschilderingen van God met daaronder de 6 koningen van toentertijd zijn fantastisch en adembenemend mooi. De grote immense kroonluchter is zo prachtig dat er gewoon geen woorden voor zijn. Hij is van koper en lijkt op een kroon. Die troonzaal is echt perfect. Of nou ja, bijna. De troon ontbrak. Die was er niet en omdat Sebastian begon te kletsen heb ik gemist waar hij was. Misschien staat hij ergens anders of misschien was de koning overleden voordat hij er was – dat zal ik later opzoeken. Maar hij is er niet. (Ik heb het opgezocht; de troon die gemaakt zou worden uit ivoor en goud is nooit gemaakt; de koning overleed voordat het klaar was). Ik vond het jammer dat we al zo snel weer door moesten. En whoppa; weer trappen op. Ik vergeet bijna te vertellen; vrijwel na elke kamer moest je 1 of 2 trappen op ofzo. Sebastian kreeg tussendoor tijdens de tour van het personeel Star-Wars-kaarten als zoethoudertje. Hij was niet vervelend, maar hij kletste soms iets teveel. Ik heb geen idee van wie hij dat heeft

Wink

We liepen de slaapkamer in van de koning waarbij een kamer was ingericht met uitgesneden houtwerk van meer dan duizend uur. Ik was net bezig met luisteren naar het verhaal en mijn meneertje begon weer te kletsen. Echt inhoudelijk kan ik dus niet zoveel vertellen over de slaapkamer want ik heb het niet meegekregen. Op een gegeven moment gaf een tourgids hem een soort van telefoontje om mee te spelen; zo’n audiotour-telefoontje. Nou ja, dat werkte natuurlijk zo dat Sebastian alleen maar meer ging kletsen en zowel Kevin als ik aan de telefoon moesten komen. Ik vond het wel een grappig effect. Ik ben maar een beetje achter in de groep gaan lopen en heb toen het verhaal niet goed kunnen horen. Ik zoek het later wel op. Wel vond ik de laatste zaal, de muziekzaal, ook schitterend. Er waren sprookjes op geschilderd (ongetwijfeld van Wagner), en er waren glas in lood ramen en prachtige kroonluchters en nou ja, echt een plaatje. Kevin vroeg nog of er in die zaal getrouwd mocht worden; maar dat moest hij aan de baas vragen

Wink

Daarna mochten we weer de trap af naar de tweede verdieping; naar het balkon – waar we na wat leuke plaatjes te hebben geschoten nog wat in het cafĂ© hebben gedronken. Sebastian kreeg weer apfelsaft, maar deze bevatte helaas dus ook koolzuur, dus die heeft zijn moeder van hem afgepakt en zelf opgedronken. Sebastian kreeg dus gewoon een glas water en we hebben stiekem wel gelachen om het gezicht dat Sebas trok toen hij de eerste slokken dronk. De arme knul! Het spijt ons, lieve Tjoepie

Tongue Out
We wisten het niet. We dachten dat het gewoon apfelsaft was. Maar grappig is het wel; jouw snoetje zo te zien. We liepen op een gegeven moment op de terugweg (de uitgang van het kasteel) ineens zoveel trappen af dat we het vermoeden kregen dat we ‘te ver’ naar onderen gingen. We waren allang voorbij de maquette en het souvenirwinkeltje en nog moesten we omlaag. Het was koel en donker dus we hadden al enigszins in de gaten dat we in de berg zaten. We kwamen onderaan het kasteel aan de zijkant uit. Toen kon Kevin alsnog omhoog lopen om de buggy en de luiertas te gaan halen. Ik bleef met Sebastian beneden op hem wachten. Lief toch, dat Kevin zich opofferde met zijn lange benen? Ik vond van wel. Als we mee hadden gelopen, waren we weer een half uur verder, dus het was uit een efficiĂ«nt oogpunt beter dat hij alleen ging. We namen wederom de toeristische route naar beneden en zagen dat het al kwart over vijf was. Halverwege zijn we dus even gaan eten bij een restaurantje en dat was barslecht. Zelfs in een snackbar ergens in schubbekutteveen hadden ze ongetwijfeld beter eten gehad. Het viel me bar tegen voor dit overheerlijke Deutschland. Land der herlichkeit. Het was gewoon knudde en bah. Het uitzicht blijft daarentegen prachtig!

Maar ach, dan weet iedereen dat alvast -> im zurĂŒckweg nicht essen! Gewoon doorlopen met je bil! Het is het geld niet waard. Vervolgens konden we veertig minuten terug lopen naar beneden en moest ik plassen. Maar omdat het natuurlijk al bijna zes uur was en de meeste toeristische dingen dan gaan sluiten (laatste rondleidingen zijn om zes uur) kom je niet meer binnen. GESLOSSEN, brulde zo’n Duitser naar mij – terwijl we daar ’s middags heerlijk hadden gegeten en hij ook flink aan ons verdiend had. “Toilette?” AUCH GESLOSSEN! Jeetje mina. Het was dat ik te netjes ben om hem een verwensing naar zijn hoofd te slingeren (of ik gewoon niet zo snel in het Duits een verwensing kon verzinnen) maar anders... Dus ik ben maar even een wc verderop gaan zoeken waarbij de automaat met muntjes bijna uitpuilde van het geld en daardoor niet eens meer mijn vijftig cent muntje aanpakte en ik dus over een poortje heen moest klimmen!!! Eenmaal over het poortje heen op de wc was het zo verschrikkelijk vies dat ik er nog voor moet waken dat ik niet direct 3 seksueel overdraagbare aandoeningen heb opgelopen want het was Ă©Ă©n grote schweinenstal. Sorry dat ik het zeg, maar maak dat je wegkomt rond sluitingstijd. RUN like hell.

Als ik had geweten dat de urinegeur de overheersende luchtverfrisser was, menstruatiebloed op de muur zat en ontlasting over de vloer lag, was ik thuis wel gegaan of bij de mannen-wc over het poortje geklommen – gossie pietje. Het enige voordeel dat die toiletten hadden was dat er eens geen rij stond. Maar dat verbaasde me geloof ik ook niet echt. Kortom; tijd om te gaan. En op de terugweg hebben we de toeristische route tussendoor genomen en waren we nog steeds vijf minuten eerder thuis dan de oorspronkelijke tijd die op het navigatiesysteem stond aangegeven. We hebben wel een klein stukje snelweg meegenomen en eens even getest hoe snel de auto kon – bergafwaarts dan. We hebben een snelheid van 170 kilometer per uur gehaald. De verloren tijd die we op die kleine landweggetjes hebben verloren hebben we toen even ingehaald.

Eenmaal thuis kwamen de kinderen van onze Nederlandse bovenburen naar ons toe op de parkeerplaats. Ik had gisteren aan hen gevraagd of zij misschien zo’n kabeltje hadden liggen – ze hadden namelijk 200 snoeren bij zich. Jammer genoeg hadden ze net dat ene kabeltje niet, dus was het tevergeefs. Nou, jammer maar helaas. Wel even leuk gekletst natuurlijk en het zijn leuke mensen

Laughing
Ze kwamen vandaag naar me toe en gaven me het kabeltje. Het lag al tijden ongebruikt in de auto. Het pastte! Ik heb gelijk de foto’s op de laptop gezet en het fototoestel opgeladen. Ik ben blij!!! De foto’s zijn echt superleuk geworden en ik heb even een rondje van blijdschap door de kamer gerend. Ik mocht het kabeltje nog even houden van de buren zodat mijn toestel kan opladen. Daarna heb ik snel Sebastian fatsoenlijk eten gegeven met een potje spinazie met ei (thank god voor potjes babyvoeding a la au bain marie) en heb hem daarna naar bed gebracht. Er kwam een luid protest van een vermoeid mannetje, maar uiteindelijk is hij dan toch gaan slapen.

De telefoon hier in het huisje ging nog net voor babybedtijd. Ik was net met Sebastians eten bezig en vroeg of Kevin op wilde nemen. Hij keek me aan alsof ik hem zojuist gevraagd had om een zeehondje dood te knuppelen dus ik nam zelf op. Er klonk Duits geprevel op de achtergrond. Ik verstond er werkelijk geen klap van en het enige wat ik dacht was aan dat stukje van Herman Finkers over dat t-shirt. “Ich bin blond, bitte langsam sprechen”. Aber du bist ja gar nicht blond? “Nein, es ist fuhr mein frau”. En of ze dan niet beledigd zou zijn
 Nee, want mijn vrouw spreekt geen Duits. Kennen we allemaal dat stukje nog? Nou, daar dacht ik toen aan. En op het moment dat ik dat dacht, dacht ik ook gelijk van: ach, ik knal hem er in ook: Bitte langsam sprechen, mein Deutsch is nicht so gĂŒt. Ik hoorde de man alweer ergens diep zuchten. Domme Nederlanders
 Ich weiss. Ik had slechts een 8 voor Duits op school en dat was minstens 100 jaar geleden; daar red ik het tegenwoordig echt niet meer zo goed mee. Ik ben allang blij dat ik het kan verstaan en kan vertalen voor Kevin – die allang blij was dat hij niet op hoefde te nemen. Of alles naar wens was in ons huisje. Of het sauber, schön, gut was en of we zuvrieden waren en of er nog dingen geriepareerd zollen moeten worden ofzo. Dus ik zei: nein, alles is gĂŒt, wir sind zuvrieden und haben kein problemen, alles is gĂŒt.

Ik durfde gewoon niet over de telefoon te zeggen: ja, alles war gĂŒt, aber mein kind has die kĂŒchen in feuer geset warbei dat ehm – eh – fornuis (WAT IS HET DUITSE WOORD VOOR FORNUIS?) ein unfall hass gehad und ehm uh, de deksels van der kuchtrommel is abgefikt, aufzau. Ja, nou ehm, niet dus! LAAT MAAR. Alles ist gĂŒt. Kein problemen! Ik ga later wel naar de receptie. Ik ga dit zo niet telefonisch doen. “Das freud mir”. Mir auch! En of we veertien dagen zouden bleiben. Ja, bis funf-und-zwanzig joeli! *iets over fijne vakantie en danke* En de man zei: schönes abend. “Sie auch”, aufwiederhurn! Jeetje, dat Duits van mij is roestig. Ik moet niet vergeten mijn CV aan te passen naar Duits ‘matig’– spreek ik dusdanig matig dat ik spontaan diep in de grond wil zakken en verdwijnen maar het lekker toch doe ook al denk ik soms compleet het verkeerde te zeggen. Maar ach, mijn Italiaans is ongetwijfeld veel erger

Embarassed


Morgen gaan we lekker aanlummelen en zwemmen!
Kiss

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!