Twintig juli, maandag
Jeeej, een pretpark!
We hadden er zo’n zin in de afgelopen week! Sebastian kwam die nacht echter 3x spoken en toen de wekker om half acht ging, stond ik niet bepaald te jubelen. Maar uiteraard heb ik me niet laten kennen; ik ben onder de douche gesprongen en heb Sebas en mezelf aangekleed en niet lang daarna zaten we aan het ontbijt. Rond negen uur zaten we in de auto en gingen we op weg. Er kwam nog 1 kink in de kabel; voordat we bij de auto waren was er een drempel bij het huisje en Sebastian struikelde. Hij viel op de grond en schaafde zijn elleboog. Zijn arm begon te bloeden en het was even flink huilen geblazen. Iedereen die nog niet wakker was, was dan nu wel wakker geworden. Mams is snel terug naar beneden gelopen voor een stapeltje pleisters voor in haar tas. Och, mijn arme kind! Godzijdank liet hij dit keer wel de pleister zitten. Normaal gesproken plak ik een pleister erop en trekt hij hem er twee seconden later weer van af. Maar goed, dit keer niet; kusje erop – rijden maar!
Ravensburger Spieleland is ongeveer een uur en een paar minuten verwijderd van Missen. Dankzij een niet-geupdatete TomTom hadden we tussendoor-weggetjes en was alleen de heenreis al één groot avontuur. We zagen weer een groot beest langs de kant van de weg liggen (dat was de tweede keer al deze week) en we weten nog steeds niet wat het was. Het kan een das zijn, maar ook een wasbeer of een wel hele vreemde hond. Ook zagen we allemaal ranken met hop, waarvan we toen nog niet wisten dat het hop was.Onze eerste gedachte was: What the heck is dat? Die mensen doen hier wel rare dingen met druiven! Maar eenmaal dichterbij zagen we dat het geen druiven waren. Er stond hier en daar een bordje bij: aardbeien en kersen te koop; maar dat zijn het uiteraard ook niet. Pas toen we dezelfde hopranken in Spieleland zagen staan op een namaakboerderij met een bordje erbij met wat het was.
We reden over achterafweggetjes met schattige boerderijen maar ook met steile heuvels en weggetjes waar je eigenlijk maar in je eentje overheen kan gaan maar waar je soms ook een tegenligger tegen kan komen. Ook reden we ergens langs waar een wegafzetting stond en de TomTom geen alternatief kon vinden en ons dezelfde weg op wilde sturen. Op zulk soort momenten breekt bij Kevin (en eigenlijk iedereen waarbij ik in de auto heb gezeten behalve ikzelf) de paniek uit. Want ja, wat nu? Ik vind dat juist de grappigste momenten en ik vraag me altijd af of de mensen van tegenwoordig wel op reis zouden durven als er geen navigatiesystemen meer zijn. Maar na een andere weg zijn we er natuurlijk alsnog gekomen. We reden de huubscheberg af; waarbij Kevin nog bijna tegen een paaltje reed en ons een hopveld in joeg en ik flink op de kast zat. Men oh men, je zou hier maar staan met je auto – in the middle of nowhere, zwaar gewond, omdat je een paaltje hebt geraakt en in een hopveld bent beland. Dat lijkt me echt verschrikkelijk; hoe vaak moet ik nog gillen dat het geen FORMULE 1 PARCOUR IS!!?!?! Zijn excuus: ik zat niet op te letten; het bos ziet er zo leuk uit. Pfffffffff, slappe ondertitel op een rouwkaart, beet ik hem toe.
Maar uiteindelijk kwamen we ergens rond tien over tien in de buurt. Het zou nog slechts drie minuten rijden zijn; maar we zagen nog steeds nergens een bordje waar het werd aangegeven. We sloegen linksaf op een kruispunt en ineens stond er: Ravensburger Spieleland; rechts – en toen zagen we het pas liggen. De Duitsers zijn volgens mij niet zo goed met bewegwijzering; je moet er al minstens lang en breed tegen aan lopen met je hoofd, en dan pas struikel je over het bordje. Maar goed, we zijn er! Sebas had gelukkig nog even bijgeslapen tijdens de autorit. Dat vonden wij ook wel bijzonder fijn want hij was ’s ochtends een tikkie chagrijnig en drammerig. Nadat hij wakker was, was hij weer het vrolijke jongetje dat we meestal zien
We stonden welgeteld acht minuten in de rij voor de kassa (terwijl het toch best druk was) en konden onze kaarten bestellen. “Zwei erwachsenen und ein parkplatzbühl”; en de man ging gewoon in het Duits verder zonder te weten dat we niet Duits waren. Mijn Duits verbeterd wel iets doordat ik meer in het Duits blijf praten. Ik vertik het om Engels te praten hier. Ik heb niet voor niets Duits gehad op de middelbare school; dan ga ik het ook gebruiken ook. Alleen als ik er niet meer uit kom schakel ik wel over. Maarreee.... RENNEN, WE MOGEN HET PARK IN! WHIEIEIEIIEIEIEIE. En we begonnen direct door met Maus en een matroos van Kaptein Blaubart (ik weet die namen natuurlijk niet) op de foto te gaan. Sebastian vond het doodeng; maar hee, met mama aan je zijde ben je onschendbaar. Ik hield zijn hand vast en we hebben een leuke foto. Daarna zijn we direct 2 keer op de dierencarrousel geweest. Of nou ja, Kevin en Sebastian. Daarna liepen we naar de puzzelschuur waarbij Sebastian een cursus eend-ontleden heeft gedaan, daarna aan de poes is begonnen en daarna weer op de eend is gaan zitten. Je moest erbij zijn, denk ik.
Vervolgens liepen we langs het paardrij-schuurtje, met van die hobbelpaarden waarmee je een parcours af kon leggen. Dat hebben ze in Sprookjes Wonderland Enkhuizen ook en daar heeft Kevin dat enkele weken geleden al gedaan en hij wilde er nu niet voor in de rij staan. Hij vind het namelijk niet zo leuk. Het tractorparcours wat er tegenover zit wilden we wel, maar de rij was best lang dus dat hebben we in eerste instantie over geslagen voor later
We zijn wel even langs de varkens, ezels en stallen gelopen bij de kinderboerderij – maar omdat we dat wel vaker zien was het een flitsbezoek. We kwamen niet voor de diertjes.
Je moet vlug over het bruggetje lopen bij de kikker naast de kinderboerderij, want anders spuit hij je nat! Omdat we dat wel grappig vonden en het bloedjeheet was zijn we een keer of zes over het bruggetje gegaan en hebben we ons expres nat laten spuiten. Het was dertig graden (of meer) die dag, dus we waren blij dat we ons ingesmeerd hadden toen Sebastian het tractor-speelterrein op is gegaan omdat hij met zo’n traptractor/looptractor wilde spelen. We stonden midden in de zon natuurlijk omdat alle snellere papa’s en mama’s met zijn tachtigen onder elke parasol waren gaan staan en er geen plek meer voor ons was. Na een minuut of tien waren we aan het wegzweten en hebben we Sebas opgepakt en zijn we verder gelopen naar de echte graafmachines in de steengroeve. Daar was hij helaas te klein voor. Je moest er zeker 3 jaar voor zijn om bij papa op schoot te mogen – en al snap ik de logica, dan vind ik het nog steeds oneerlijk dat een driejarige wel mag en een tweejarige niet. Dat Sebastian ook nog geen twee is, doet er dan even niet toe :-p Hij is het we bijna! Dus dan mag het, haha.
We liepen verder en kwamen uit bij de helikopters. Daar mocht Sebas wel in! We dachten: goh, dat is leuk, dan kun je zelf omhoog en omlaag, maar het bleek een memory-spelletje te zijn. Als je de plaatjes goed had, ging je omhoog; had je ze fout, dan ging je omlaag. Nou ja, beetje jammer voor Kevin met zijn roestige Duits en de openbare afgang, haha, maar Sebastian amuseerde zich prima. Aan de linkerkant had je de brandweerauto’s en de botsauto’s en aan de rechterkant iets-wat-heel-wild-was-waar-hij-toch-niet-in-zou-mogen en een bak vol gigantische gele eendjes. Natuurlijk zijn we naar de gigantische eendjes gelopen en er in gegaan. Althans, Sebas en ik. Wie wil er nou niet in zo’n gigantische gele eend rondvaren? We hadden pret voor tien. Het was echt de leukste gigantische gele eend waar ik ooit in geweest ben!
Ze hadden een uitkijktoren waar we een rondje in hebben gemaakt en zo keken we het hele park over. Kevin begon ondertussen best trek te krijgen en we zijn, via de speeltuin met het Turkish Airlines vliegtuig naar de kaptein blaubart-hoek geweest met de grote boot. We hebben daar even gespeeld met de neveldouches en fonteinen. Dat was weer heerlijk verkoelend. Daarna zijn we wat gaan eten in het restaurantje en hebben we een boottochtje gemaakt over het heerlijke donkerbruine vieze water met een leuk Duits verhaaltje, muziekjes en een soort van Piranha-van-de-Efteling-boottocht.
Dat vonden we best leuk en vooral toen we in het water keken en zeker 400 kikkervisjes zagen zwemmen. Of nou ja, dat vond ik het leukst. De hele vijver zat er vol mee. Dat worden echt een triljoen kikkers volgens mij. Ik vraag me af hoe dat eruit gaat zien over een paar weken. Daarna ging ik even de fles water die we hadden meegenomen (en al hadden leeggedronken) vullen bij het restaurant en zijn Kevin en Sebastian in het speelfort gaan spelen dat er stond. Ze liepen over een touwbrug en op een klimboot met allerlei speeltoestel-toestanden; en ik was zo blij dat ik niet mee hoefde. Het was al zo rond 12 uur, dus de zon stond erg fel te branden. Ik geloof dat er in totaal wel 5 liter water opgedronken is door Kevin en mij en dan heb ik het niet eens over de beker cola en de slush puppy. Sebastian had zijn eigen bekers drinken bij zich gevuld met ijsthee, water en pakjes drinken met een soort van taxi er in. Hij vond de slush puppy maar niks. Hij is sowieso niet zo'n ijsliefhebber, hebben we gemerkt. Dat zal ongetwijfeld nog wel bijdraaien in de toekomst.
We hebben het stoomtreintje gepakt nadat we een paar keer bij attracties stonden die alleen geschikt waren voor oudere kinderen of gewoon nog niet open waren. Sebastian zag de trein en riep heel hard en enthousiast: HEEEEEEEEEEEEJJJJ toen hij hem zag; dus we zijn lekker even gaan zitten en hebben ons naar de andere kant laten rijden. Daar is hij nog een keer op de dierencarrousel gaan zitten met mams; aan het begin van het park. Ook hebben we een rondje tractorparcours gedaan waar het op dat moment bijna leeg was. Er was een onride photostand; en ik heb de foto gekocht (en stiekem nog een paar speelgoedtractors voor Sebastian; maar dat weet hij nog niet, want hij heeft ze nog niet gezien).
Hij vond de tractor echt geweldig. Hij zat aan het stuur te draaien alsof hij de beste chauffeur was en bracht ons fijn over dat parcours heen. Daar leerden we de ‘boerderij’ kennen en zagen we de hopranken groeien, frambozenstruiken, haver, maïs, etc. gecombineerd met bloemenvelden en strobalen. Dat was best leuk gedaan; maar het ging Sebas natuurlijk om de tractor. Nadat we uitgestapt zijn, zijn we langs de andere kant gelopen (langs de rodeostieren) en ben ik met Sebastian in een vliegende bij-attractie geweest. Het wagentje ging niet zo hoog, maar het draaide rond dus we waren al snel tevreden.
Er was weer een groot autoparcours waarbij kinderen van alle leeftijden bij elkaar in één hoek in diverse attracties konden. De grote kinderen konden in de ‘echte’ auto’s met een motortje rijden en de kleinere kinderen konden op loopauto’s op een verkeersplein rijden. Drie maal rijden wie er een hele hoop verkeersborden omver reed? Juistem; ons mooie kind
Zo trots! We liepen verder ook door puzzelland (saaaaai) en liepen het Ritter Sport shokohaus binnen (een soort museum over Ritter Sport waar je alle soorten chocola kon kopen – maar we dat natuurlijk niet gedaan hadden omdat het anders toch maar zou smelten) en bleven daar even lekker plakken omdat ze de airco natuurlijk hoog hadden staan. Daarna zijn we naar Wasser-walt gegaan en daar werd het weer interessant. Er waren sluizen, waterbanen, fonteinen, stroompjes etc. voor de kinderen. Ouders zaten te pootjebaden en er lag overal waterspeelgoed. Dat was echt prima vertoeven voor de kinderen. Er was voor heel veel schaduw gezorgd waardoor het echt het walhalla was voor veel mensen, maar ook weer niet overmatig druk dat je over de koppen kon lopen. We hebben er even gezeten zodat Sebas tot aan zijn billen in het water kon staan en met de bootjes kon spelen. Hartstikke leuk zo'n waterspeeltuin! Daar moesten ze er meer van hebben in onze buurt. Maar dan wel in combinatie met dit zomerse weer!
We liepen weer terug naar de carrousel (nog een keerrrr, met mama wederom) en hebben nog eens het tractorparcours gedaan omdat het daar rustig was. Sebastian begon een beetje moe te worden, dus gingen we een laatste rondje maken met succesattracties. Ik wilde nog een keer door het midden van het park omdat we daar nog niet geweest waren en dat was de snelste route. De tweede keer was de foto van de tractors echt subliem. We hadden van tevoren afgesproken dat we een gekke bek zouden trekken tijdens de foto en dat we de foto toch niet zouden kopen; maar toen we de foto zagen heb ik hem toch gelijk gekocht. Sebastian keek net als grumpy cat – en wij trokken een lachwekkend gezicht. Zelfs het meisje achter de kassa moest er om lachen (en die heeft vast wel meer van dat soort ongein gezien). Dit was echt een epic win! Elke keer als ik die foto zie moet ik weer lachen.
Sorry voor de crappy kwaliteit; maar het is een foto van een foto. Ik heb nog geen tijd gehad om hem in te scannen. Dat doe ik volgende week en dan vervang ik hem.
Kevin besloot daarna toch het hobbelpaard-circuit te doorlopen met Sebas en dat was natuurlijk ook weer super. Daarna zijn we nog even langs de brandweerauto’s terug gelopen; hebben we de velen visjes (lees: DIKKE VISSEN!) gevoerd midden op het plein en heeft Sebastian nog even genoten van de douches/fonteinen op dat plein. Het waren neveldouches, springfonteinen en normale fonteinen waar alle kinderen (en ik) doorheen renden. Nadat ik daar voor de laatste keer de fles water had gevuld en Sebastian een beetje er doorheen zat en af begon te takelen, waren we er bijna helemaal klaar mee. Nog één laatste keer in de gigantische gele eendjes en toen gingen we echt naar huis. We wilden nog even een ijsje kopen op de terugweg naar de auto en toen we dat deden was Sebastian in de buggy in een diepe slaap gevallen. Hij was total loss.
Wel logisch als je ’s nachts niet goed hebt geslapen en je middagslaapje overslaat. We hebben op het parkeerterrein gestaan met de buggy en ons ijsje opgegeten voordat we Sebas in de auto hadden gezet; maar hij sliep ondertussen gewoon verder. Hij had zijn ogen een keertje open gedaan en wilde met zijn laatste krachten nog een speelgoedautootje pakken, maar zijn hoofd zakte alweer achterover en hij was in dromenland. Hij hield het autootje in zijn hand geklemd. Heerlijk om te zien!
We namen een alternatieve route terug omdat ik Kevin zoveel hoorde mopperen op de heenweg; dus ik zei dat hij via de provinciale weg terug moest rijden. Na een beetje gehannes wat betreft de TomTom en Kevin die mij niet geloofde dat hij ‘die kant’ op moest, kwamen we op provinciale wegen die wat makkelijker begaanbaar waren. Vervolgens zei Kevin dat hij de andere route ook wel leuk vond. Nog geen vijf minuten later zei hij: geen paniek hoor, maar de motor is nog nooit zo heet geweest als nu. Ehm… Oké. Nou schijnbaar is er toch een reden voor paniek als je dat zo zegt? Dus ik was allang blij dat we op een provinciale weg zaten in plaats van zo’n kronkelig bergweggetje. Ik keek op het dashboard naar het vakje dat-metertje-begrijp-ik-niet-en-zit-er-volgens-mij-voor-de-sier. Er stond een temperatuur van 0 tot 150 graden of zoiets en de meter stond boven de 90 en op sommige stukken boven de 100. Dus ik vroeg maar van: zit er niet een groot rood gevaren streepje? En ja, die zat er. Pas ergens rond de 130. Nou ja, op dat moment was het metertje al teruggezakt naar 90 graden ofzo dus dat viel wel mee. Kevin zei dat je maar gewoon beter door kon rijden – what else.
Ja weetikveel. Toen ik rijles kreeg hebben ze me niet eens wat verteld over dat metertje, dus als er rook uit de auto komt, zorg je gewoon dat je pechhulpmodule aanstaat en klaar. Ik vond het wel begrijpelijk dat de auto het een beetje moeilijk had. We waren immers allemaal wel zo’n beetje oververhit geraakt. Het was 30-graden-plus vandaag, de auto stond de hele dag op een zonnige parkeerplaats (auw, dat stuur, die versnellingspook, auw) en dan ga je ook nog eens een beetje file rijden voorbij Ravensburg om daarna ook nog eens heuvels op en af te rijden. Wat denk je nou? Kevin zei: zo hoog is hij nog nooit geweest. Waarop mijn nuchtere antwoord was: je rijdt ook niet zo vaak tijdens een hittegolf in bergachtig gebied. Tja, wat dan? Het metertje zakte vervolgens vanzelf weer wat. Hij zat al onder de 90 toen we thuis waren. Hij heeft de hele avond/nacht/ochtend om af te koelen. Dat zal vast wel los lopen. Hij moet het nog minimaal een week vol houden en dan kan hij in Nederland naar de garage als het nodig is – maar liever niet. We hebben het gewoon allemaal warm. Dat zal het zijn. Sebastian werd thuis wakker en wilde het liefst nog een tijdje slapen, maar we hebben hem wakker gehouden om 's avonds gewoon 'bijtijds' naar bed te gaan (volgens onze vakantiebegrippen dan). We hebben gegeten; Sebastian pasta met vis uit een potje met een fruithapje toe en Kevin en ik hebben een grote kom soep met brood gegeten. Mijn kerels zijn daarna lekker in bad geweest en daarna heb ik Sebas in zijn pyjama gehesen en mocht hij nog even wat spelen. Rond acht uur/half negen is hij naar bed gegaan. Uiteraard was hij aan het huilen (een beetje van slag en erg moe), maar nog geen twee minuten later sliep hij. Hopelijk doet hij dat dit keer de hele nacht! Ik ben er ook wel even aan toe.
Morgen Wieskirche… Kevin heeft er totaal geen zin in en wil liever niet gaan. Hij is moe en vind het ver rijden en is er een beetje klaar mee. Dat begrijp ik goed, maar we gaan wel want ik weet dat hij er anders spijt van gaat krijgen. Het lijkt me echt prachtig daar! Ook al heeft hij even de pap op na vandaag. Dat heb ik eigenlijk ook wel; maar eerlijk is eerlijk – ik kan er stiekem geen genoeg van krijgen. Als ik dit een maand zou moeten volhouden; zou ik het gerust kunnen. Ik raak hier namelijk niet uitgekeken. Ik wil alles wel zien en ervaren en bezichtigen. Zodra we terug in Nederland zijn heeft hij nog een extra week vakantie om lekker bij te komen. Ik natuurlijk ook. En daarom heb ik zoiets van: just do it. Over een paar weken zit je weer in de dagelijkse sleur van dingen en dan herinner je je niet meer dat je moe was, maar herinner je je wel die mooie omgeving en al die leuke uitstapjes. Zo denk ik er tenminste over; en met die gedachtegang zou ik nog wel meer dingen willen doen op een dag ook. We doen het niet (ik krijg dit programma er al met enige moeite doorheen) maar als het aan mij lag deed ik die eistobel nog een keer, maar dan met buggy. Er zitten echt te weinig uren in een dag. Ik sta hier echt te stuiteren alsof ik vakantie-adhd heb. Ik denk dat als er iemand om 19:00 had gevraagd of ik nog eens de pfar-alp op had willen klimmen, had ik het nog gedaan ook. Ik krijg energie van leuke dingen doen. Volgens mij moet ik gewoon vakantie-tester worden. Heerlijk
Reacties
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}