Eenentwinting juli, dinsdag
Vandaag is de dag dat ik Kevins auto crashen mag
Oh boy… Maarre, we zullen vanaf het begin beginnen. Een vakantieblog is immers niet gebaseerd op alleen de verhalen van de rampspoed en onheil. Dus iedereen die dit leest zal zich eerst even door de halve dag heen moeten worstelen voordat jullie me uit kunnen lachen en veroordelen tot auto-kapot-makert! Soms heb je van die dagen...Ik werd vanochtend wakker door een kleine Sebastian die op mijn bed kroop. Kevin was al een half uurtje wakker en zat op de bank te lezen. Ik kwam uit bed en ging lekker douchen om de dag fris en fruitig te beginnen… Niet lang daarna kregen we al een beetje onenigheid over het ontbijt. Terwijl ik al drie kwartier bezig was met douchen, aankleden, haren doen, Sebas aankleden en even met dat kereltje spelen en dergelijke; wilde ik net de ontbijttafel dekken om een broodje te eten met zijn allen zodat we daarna weg konden gaan, toen Kevin opstond om pannenkoeken te gaan bakken – voor het ontbijt. Ik zei: hee hallo, en het brood dan? Ik zou toch vanavond pannenkoeken bakken? En daar bedoelde ik eigenlijk mee: “Waarom, als je al een uur en een kwartier wakker bent, begin je nu pas met pannenkoeken bakken? Je weet dat ik graag de deur uit wil, was dan eerder begonnen en had me wakker gemaakt!!!!”. Maar goed, daar kwam gemopper over waarbij Kevin zei dat het brood dat hij al dagen at ineens niet lekker was en ik me heb omgedraaid om weer gewoon in bed te duiken om vervolgens af te wachten op de whatever-pannenkoeken-dan-maar! BAK ZE DAN, JONGUH. Grrrr! Mijn vakantie-adhd vind het sowieso allemaal al te lang duren en zou het liefst een wekker om zeven uur zetten elke morgen.
Ik weet gewoon soms ook niet of hij nou zit te zwammen of niet met zijn 'lust ik niet'. Hij zegt wel vaker dat hij iets niet lust; zoals rode bietjes, grotere stukken kip in wokgerechten, spinazie en whatever; om vervolgens al die dingen toch zelf te eten en het lekker te vinden om vervolgens te ontkennen dat hij OOIT gezegd heeft dat hij het niet lekker vind, maar dat hij er 'toen' gewoon geen zin in had. En dan heb ik al zes maanden geen rode bietjes meer gegeten om hem een plezier te doen - en dan besteld hij ze zelf in een salade ofzo. Maar goed, ik ga offtopic; het brood was natuurlijk nog hartstikke goed - i checked. Dus zijn is-niet-meer-lekker was gewoon onzin. Dat lust hij natuurlijk wel gewoon. NEEM GERUST DE TIJD VOOR DIE PANNENKOEKEN HOOR! WIL JE NOG DE LORD OF THE RINGS TRILOGIE LEZEN IN DE TUSSENTIJD?
Anyways; Kevin kwam daarna met een beter idee; we zouden naar de bakkerij rijden en daar brood halen om vervolgens gelijk door te gaan naar de kerk. Mijn uitgeprint programma-a4tje was ineens weer foetsie – zoals wel vaker de afgelopen dagen – waardoor ik al sikkeneurig in de TomTom aan het zoeken was naar WiesKirche als nuttige plaats en ik maar wat blij was toen ik hem vond. Zou het toch bijna niet door kunnen gaan omdat ik het adres niet meer had... Ik zit wel af en toe met mijn mobiel op internet, maar er is al meer geld dan gebruikelijk afgeschreven van mijn abonnement dat ik de kosten laag wil houden. Eigenlijk hoor ik helemaal niet op internet te zitten - maar het is sterker dan mij. Binnen twintig minuten waren we uiteindelijk dus de deur uit en gingen we naar de bakker naast het zwembad. Kevin reed er naartoe, waar ik zei dat de bakker was, en zei ineens vol ongeloof bij het aantreffen van een levenloos gebouw waar backerei op stond geschilderd: je hebt je idee voor een bakkerij alleen gebaseerd op de ‘backerei’ op de voorgevel? Het ziet er niet naar uit dat hier een bakkerij zit…For once, could you just believe me?
Ik heb nog wel vrij vaak gelijk ook; alleen niet altijd. Misschien 8/10 wel. Die 2/10e keer hoef je niet in te wrijven ofzo...
Toch parkeerden we de auto en stapten we de bakkerij binnen om broodjes te bestellen zodat ik weer met een triomfantelijk zie-je-wel-gezicht in de auto kon gaan zitten voor WiesKirche. Ik wilde de tablet voor Sebastian niet meenemen omdat ik vind dat hij niet voor elk autotripje de tablet mee hoeft te hebben en ook nog maar eens moest leren om een beetje geduld te hebben. Het is slechts een uur en een kwartier rijden (jaaahaa Kevin, een heel uur en een kwartier, zucht) en dat deden we gisteren ook; ook zonder tablet. Dus dat kun je prima. Hier zijn je autootjes, succes! En Sebastian was het daar niet mee eens dus begon hysterisch tegen mijn rug aan te trappen en te zeuren. Elk kind weet precies welke toon hij aan moet slaan om zijn ouders op de kast te jagen en Sebastian doet dat met een “wheeeeeeeeheeeeeeeeeheeeeee”-klank alsof je een monotoom alarm aan hebt staan. “Zie je wel, van jou mochten we de tablet niet meenemen”, zei mijn schatz. Oh, wat een liefde onderling. Iedereen in een relatie herkent dat soort wrijving wel.
Onderweg ging de TomTom weer flippen voor de zeventwintigste keer de afgelopen dagen omdat hij het stuk snelweg niet herkent en dan ziet hij afritten niet of hij zegt ineens midden op de snelweg: Probeer om te draaien, etc. Waardoor de irritatie alweer omhoog kwam en ik weer eens onverbeterlijk zei: misschien had je hem eens moeten updaten, want dat zeg ik ook al zo'n drie vakanties
Ik had een kaart in mijn handen (want ik ken die TomTom) en vond Steingaden bij het plaatsje Kempten. Dat terwijl Kevin richting Füssen reed. Nou, voila, weer voer voor een discussie omdat die twee zeker twee uur van elkaar af liggen en uiteindelijk kwam ik erachter dat er twee plaatsjes waren genaamd Steingaden en dat de ene bij Kempten lag en de ander bij Füssen en dat Kevin tóch de goede kant op ging. Oké, 1/10 van mijn ongelijk. Gelukkig vroeg de TomTom naar de nuttige plaats; en niet naar de plaatsnaam anders was ik hier gigantisch de mist in gegaan. Met enige vertraging kwamen we aan op de parkeerplaats van Steingaden en zagen we de kerk al in de verte. Van buitenaf zag hij er al niet indrukwekkend uit, zei Kevin, die al niet eens wilde gaan. *zuhuuhuuuhuuucht*. “Nee, dat klopt”, gaf ik maar toe. Maar de binnenkant is ongetwijfeld anders.
En we betaalden voor het parkeren en liepen naar de kerk toe terwijl ik binnensmonds prevelde: this better be good. De kerk stond voor ons gevoel in the middle of nowhere, want er stonden hooguit zes huizen in de buurt, maar had natuurlijk direct ook 2 toeristenwinkeltjes beneden en een grote kerkkraam boven waar kruisbeelden, Mariabeelden, kaarten, kettingkjes, rozenkransen en kaarsen te koop waren waarvan de opbrengst ongetwijfeld naar de kerk zou gaan. Ik vond het een schril contrast. En we liepen er naartoe, passeerden de Mariakapel, waar we nadat we even kort binnen hadden gekeken en 294940304 bijen zagen zitten en daardoor hard wegrenden, en gingen door de grote deur naar binnen en het was in één woord gewoon ‘adembenemend’.
Schitterend en perfect gebouwd, waarbij er gewoon op elk detail gelet is. Het plafond heeft beschilderingen, er hangen beelden, bladgoud, licht, leven, altaren, schilderijen, kaarsen, kandelaars, sierlijsten, orgel; the works. Alles was gewoon perfect. Zelfs in de donkere hoeken hadden ze muurschilderingen gemaakt om het lichter te maken, zelfs in de randjes was het tip top afgewerkt en ik werd er gewoon stil van. Gelukkig maar, want het is ook een stilte-gebied.
Sebastian was daarentegen onder de indruk van zijn eigen echo en deed zijn best om te galmen waarbij wij zeiden: sssshttttt. En dan bleef hij weer een minuut of twee stil en dan echode hij weer. Hahahaha. Stiekem was het wel grappig maar we hebben hem opgepakt op het moment dat hij door de kerk wilde kruipen op handen en voeten tussen de vele mensen. We maakten foto’s en waren net op tijd met het bewonderen want er kwam een tourbus met toeristen binnen waardoor het binnen no time vol stond. We waren ze net voor en hadden nog een paar foto’s gemaakt zonder de menigte. Toen de tweede tourbus was gearriveerd besloot ik de kerk maar uit te gaan, want het werd me een beetje erg druk.
Kevin was met Sebastian de kerk uit gegaan (twee minuten voor me) omdat Sebastian natuurlijk zijn energie kwijt wilde na de lange rit. Het was een flitsbezoek en ik denk dat we er in totaal niet langer dan een half uur binnen zijn geweest. Buiten heb ik nog een mooie kaart gekocht van de kerk omdat ik al een idee had van het gebrek van ons fotoapparatuur. We hadden de digitale camera wel bij ons en Kevin heeft wat foto’s met zijn telefoon gemaakt, maar het doet gewoon afbreuk aan de kerk. De lichtval is uniek en of onze foto’s zijn onscherp, of het licht valt er verkeerd op of het ziet er gewoon flets uit. Maar de ervaring was ontzettend gaaf. Kevin gaf stiekem wel toe dat hij het niet had willen missen. Ik raad ook iedereen in de omgeving aan om er naartoe te gaan om eens binnen te gaan kijken. Echt ontzettend gaaf!
Nadat we Sebastian zich even lieten uitleven buiten omdat hij zo lang stil had gezeten in de auto zijn we op een terrasje gaan zitten onderaan de heuvel. Ik dronk een colaatje en Kevin nam een lekker biertje. Ik had het er met hem over dat als hij naar Füssen wilde (het stadje verderop) dat we dat beter nu gelijk mee kunnen pakken want anders moest hij vrijdag weer zo’n stuk rijden. Dat vond hij vervelend, dus misschien maar eens vragen of hij er nu trek in heeft? Dat vond hij wel een goed idee en hij nam nog een slok van zijn bier. Het viel verkeerd en hij werd draaierig. Nou ja, rustig aan dan maar; ik rij wel hoor, relax. En we stapten in de auto en gingen op weg naar Füssen. Het was druk op de weg, maar het ging allemaal prima – jeweets, expert, heb mijn rijbewijs al zeker 11 maanden en 2 dagen – en er was geen probleem in zicht. We reden door de romantische straat waarvan we dachten 'wat is hier eigenlijk zo romantisch aan'. Heel de omgeving is hier romantisch - niet alleen deze straat. Sebas lag lekker te slapen met zijn speentje; niks aan de hand, lalalala. Totdat we Füssen centrum binnen reden; ik wilde een rustig plekje zoeken om te parkeren maar ik kon niet zo 1, 2, 3 wat vinden. Omdat ik op de weg lette, kon ik minder goed op de borden van de parkeergarage letten, dus liet ik Kevin een parkeergarage uitkiezen. Hij koos voor de P3 onder het hotel uit en zei hoe ik moest rijden (“Voor die bus daar moet je er in”). Dus ik reed de donkere parkeergarage in en dacht bij mezelf: huh? Hoe zit dit nou weer in elkaar? Ik stak de auto de verkeerde kant op en Kevin zei ongeduldig: je moet die kant op!
Okéééhéééé en ik probeerde de auto mee te draaien. Dat zou niet lukken in één keer, want ik stond er helemaal verkeerd voor (te schuin), dus wat ik wilde doen was een klein stukje achteruit rijden, de auto recht voor de slagboom zetten om hem vervolgens de juiste kant op te sturen, kaartje te pakken en door de slagboom te rijden. Kevin begon zich ermee te bemoeien en ergerlijk te doen over dat ik niet goed stond en dat ik gewoon goed moest sturen. Achter me stond ineens een auto en toen ik hem in mijn achteruit wilde zetten en die auto dus ook gewoon een stuk achteruit moest, zei Kevin ineens: wacht, ik stap wel uit en pak het kaartje wel. Ik zei: NEEHEEEE, ik moet gewoon achteruit, laat nou, die auto achter me moet gewoon opbokken, doe nou niet. Maar Kevin gooide zijn deur al open, sprintte naar de kaartautomaat, wisselde een grijns met de bestuurder achter me (ja vrouwen hè? Bwahahaha) en stapte weer in de auto. Vervolgens zei hij: rijden maar, de slagboom staat omhoog. Ik zei: DAT GAAT NIET, ik kan die draai niet maken. “Jawel, kom op, rijden maar, het gaat wel”.
Hoe lang blijft zo’n slagboom eigenlijk omhoog? Ik voelde de spanning al stijgen. Ik moet de auto recht zetten, want dit gaat volgens mij echt gewoon niet. Of toch? Ik heb nu 11 maanden mijn rijbewijs en ik weet toch ondertussen wel hoe groot de auto is? Dit gaat niet, ik kan die draai niet maken. Maar ja, het is Kevins auto en hij rijdt zeker 5 dagen per week een uur per dag naar zijn werk met die auto en heeft al honderd jaar zijn rijbewijs. Misschien weet hij het wel beter? “RIJDEN!”, zei hij nog een keer, dus ik reed. En ineens hoorde ik hem: STOP STOP STOP, MIJN SPIEGEL! En ik zag de spiegel aan de zijkant opzij gedrukt worden. “ACHTERUIT”, riep hij in paniek en toen zag ik de spiegel de andere kant opbuigen (de niet-flexibele-kant) en hij zei: “Laat maar, rijden maar”, en ik werd zo nerveus en tureluurs van zijn irritante onduidelijke commando’s die hij altijd geeft alsof ik zou moeten kunnen ruiken wat hij bedoelt op welk specifiek moment of welke handeling hij nu weer in gedachten heeft en die stomme slagboom die nog steeds omhoog stond (als ik niet op tijd ben en ik rijd eronder door, kan hij dan dicht klappen op het dak en hebben we dan geen groter probleem?) en ik gaf gas en reed door. De auto werd opzij gedrukt door een muurtje en ik hoorde de muur krassen maken op de auto. Ik hoorde Kevin naast me kermen en vloeken en ik dacht: ja zeg, dat krijg je er van. En ik reed door de slagboom de parkeergarage in. Er ontsnapten een paar vloeken uit mijn mond en ik ging als een bezetene tekeer. Waarom moet je eigenwijs doen? WAAROM zeg je dan dat ik moet rijden? Ik wist wel dat ik het niet ging halen; waarom moet hij altijd tegen mij in gaan? Ik was echt vet nijdig en Kevin natuurlijk ook, want ja, zijn auto. Pfffffff. Ik zocht een parkeerplek en zowaar Kevin altijd commentaar heeft op elke parkeerplek die ik wil pakken, hield hij dit keer eens zijn mond.
“Deze maar doen?” JA, JIJ RIJDT TOCH, brulde hij. Zowwwww, nou ik was echt vet pissig. Dit is echt weer een klassieker die op mij – de vrouw – afgeschoven gaat worden zeker? Het standaard prototype vrouwen-kunnen-niet-rijden-excuusje tussen de kerels onderling op het moment dat ze weer een biertje gaan tikken waarbij dit voorval tot in de oneindigheid voor mijn voeten gesmeten gaat worden. Nu is het zeker allemaal mijn schuld? Jij deed zeker niks? Ik ontplofte gewoon bijna. Sebastian was ondertussen wakker geworden en geschrokken van dat hysterische gegil onderling dat ik besloot om maar gewoon de auto te parkeren en niks te zeggen. We stapten uit en het was nog erger dan ik dacht. Man man man, de hele zijkant bekrast. Waar zijn auto’s van gemaakt; aluminiumfolie? Godgloeiende pestpokke. Kevin probeerde de auto nog een beetje uit te deuken, maar hij maakte het alleen maar erger. Ik zag de deuk niet zo goed, het was donker daar. Hij gaat mij natuurlijk de schuld geven want ja, ik reed – en ik reed ook, maar dan nog had hij een groot aandeel hier in. Dit gaat zo in mijn schoenen geschoven worden en iedereen die het hoort zal wel weer verwijtend tegenover mij gaan staan met een ‘jaja-hebben-we-haar-weer’. Oh men, hoe oneerlijk dit. Wat een onzin, als hij mij nou gewoon had laten gaan en niet zo stom had gedaan bij die slagboom… Ik had dit zo nooit gedaan in mijn eentje. Die auto had een klein stukje achteruit gemoeten, ik had achteruit gegaan en de auto rechtgezet, zelf het kaartje uit de slagboom gepakt en klaar. Maar neeeeeee.... Kevin weer. Die hoog en laag sprong dat hij het wel had gered (niet waar hoor, had hij ook niet gered). Ik pakte de spullen uit de auto en zette Sebastian in de buggy terwijl Kevin zijn autosleutels wilde. Ik wilde ze nog net niet naar zijn hoofd gooien en al stilzwijgend en boos op elkaar liepen we de parkeergarage uit – terwijl ik nog net het nummer van de parkeerplaats had onthouden en de etage waar ik hem geparkeerd had (2e etage, nummer 98). Kevin: “Ik wil er niet over praten”. Nou, dan niet. We made a mistake. Jij hebt het verkeerd ingeschat en ik heb naar je geluisterd.
De eerste paar straten spraken we niet met elkaar. Kevins hoofd stond op onweer en ik kan me voorstellen dat mijn hoofd ook niet zo gezellig stond. Ik probeerde het daarentegen al snel weer te relativeren. Ja, het is shit. Het kost hoe dan ook geld. Het is ontzettend k.l.o.t.e., maar het is gebeurd. Ik had gewild dat het niet zo was, maar het is nou eenmaal wel gebeurd dus tja, deal with it. It is done. Gelukkig hebben wij niks en is het maar een auto. Het is niet alsof nu heel de wereld vergaat. Al denkt hij daar natuurlijk anders over. Ik deed het niet expres ofzo. Het is niet alsof ik dacht: kom, laat ik eens even fijn die muur meepakken of dat ik roekeloos reed. Ja het spijt me, maar kom op, het heeft geen zin om hier de rest van de dag boos over te blijven. We zoeken in Nederland de garage op, kijken wat het kost en gaan het op mijn verzekering verhalen of op de jouwe of we betalen het uit eigen zak – of zelfs uit alleen mijn zak als dit niet telkens op mijn bord wordt gegooid als zijnde mijn schuld. Want ja, ik had deze situatie zelf zonder dat commentaar van hem heel anders aangepakt. En we staken al lopend het zebrapad over en ik dacht bij mezelf: weet je? Ik heb eigenlijk helemaal geen zin om mezelf te verdedigen of om er ook nog maar 1 minuut boos over te zijn op mezelf. Hij was er zelf bij en ik ga dit waarschijnlijk de komende 50 jaar toch nog blijven horen – net zoals dat meisje dat met zijn scooter op de grond is gevallen en zijn heilige scooter had bekrast tien jaar geleden ofzo – dus het heeft volstrekt totaal geen zin om boos op mezelf te zijn. Kevin kan dat prima in zijn eentje volhouden tot het einde der tijden dus succes.
En mijn dag klaarde al gauw op. Alle grappen over vrouwen achter het stuur versterkten mijn gevoel. Nu is het niet grappig, maar op een dag komt er ongetwijfeld een broer, een schoonvader, een zwager of een andere mannelijke vorm van familie en gaat men het erover hebben om vervolgens mij uit te lachen dat ik die auto heb beschadigd als vrouw zijnde en dan komen de grappen dussss – FREAKING OWN IT! Ja, ik heb dat gedaan. Jammer maar helaas. Nee, dit heeft net zo min met mijn rijkunsten te maken als jouw manier van grappen maken in verband staat met de auto als statussymbool; het ene is kut maar het zegt niets over het andere. En nu loop ik in Füssen; in een prachtig middeleeuws gebouwd dorpje en ga ik doen waar de stigmatisering van de vrouw sowieso tot haar recht komt; ik ga shoppen! DAAHAAAG. En ik ben de Woolworth ingelopen en ik ben gewoon gaan shoppen. Met een kwade Kevin en een onschuldige Sebastian in de buggy ben ik shirtjes voor mezelf gaan kopen, mouwloze shirtjes voor Sebastian en voor Kevin ook een shirt. We hadden allemaal niet gerekend op deze hittegolf en onze luchtige kleren beginnen op te raken. Het is 30 graden plus; en als ik dit shirt nog een keer aan moet deze week gaan mensen voor me op de vlucht. Ik ben Joyce, vrouw, heb elf maanden mijn rijbewijs, heb een auto aan gort gereden en nu ga ik shoppen. De groeten! And that’s what i did.
Kevin zocht toenadering in de winkel en gaf me een knuffel, maar zei nog steeds bijna niks. Hij was nog steeds boos – tja, neem je tijd ofzo; hoop alleen niet dat het je dag verziekt. Vervolgens zijn we door het stadje gelopen en klaarde dat hoofd van hem nog steeds niet op waarop ik zei; laten we maar naar huis gaan, want hier heb ik zo geen zin in. Kevin zei: nee, laten we dat maar niet doen want ik ga thuis toch alleen maar zitten mokken. Nou, ik heb geen zin om hier als een idioot te blijven rondlopen met iemand die geen boe of bah zegt en hier gaat zitten mokken. Een terrasje pikken wil je niet, shoppen wil je niet… Wat moet ik dan? En hij zei: laten we op het bankje daar gaan zitten. Tegenover het klooster.
Dus we gingen zitten, dronken wat (we hadden zelf drinken mee van huis) en we hadden weer een beetje met elkaar gepraat. Tja, k*t van de auto ja. Mja, het is een auto. Maar goed, dat was een non-argument volgens Kevin, want voor hem was het niet zomaar een auto. Dat vervloekte statussymbool altijd van een man. Kunnen mannen geen bordje om hun nek hangen met de tekst: ik heb een piemel van 18 meter – zodat vrouwen eens een keer met rust gelaten worden wanneer het om blikschade gaat? Het is namelijk wel gewoon een auto. Het is een vervoersmiddel dat van a naar b gaat op een comfortabele fijne manier. Dat het iets over je karakter zegt, levensstandaard, financiële situatie of weetikveelwat zou iedereen aan zijn reet moeten laten roesten. Daar keken ze vroeger ook niet naar met een paard en wagen. Stom gedoe. Ja het is een mooie auto en nu is het een wat minder mooie auto. C’est la vie. Jammer dan. “Over een tijdje lach je erom met anderen”, zei ik tegen Kevin. Kevin: nou, ik denk het niet, ik ben nog steeds boos op die stomme doos die met mijn scooter is gevallen. En dat gaf mij de bevestiging van wat ik allang wist. Hij gaat het mij gewoon eeuwig verwijten – net zoals die domme chick (die ongetwijfeld ook vast nerveus werd van zijn onbegrijpelijke commando’s waar je nooit iets mee kan) – dus het heeft geen zin dat ik het zelf doe. Dat is de omgekeerde psychologie van vrouwengrappen. “Wanneer je getrouwd bent met een vrouw moet je, om een goed huwelijk te houden, al je fouten gewoon voor het gemak gelijk vergeten; het heeft geen enkele zin wanneer twee mensen dat gaan onthouden”. Nou, deze geldt dus ook andersom. Lang leve de lol en nu ga ik Füssen verder bekijken. Kevin trok naarmate deze houding van mij vanzelf iets bij. Hij begon ook weer zijn best te doen.
Mooi stadje, alles in Middeleeuwse stijl met veel bloemen en luiken op de ramen. Ik heb drie fonteinen gezien en tig terrasjes. Ze hadden daar, naast het klooster, ook een grote kerk, kleinere kerk en een kasteel. Natuurlijk zijn we daar ook gaan kijken. De grote kerk van Füssen was bijna net zo mooi als Wieskirche vanochtend. Er waren muurschilderingen, beelden, schilderijen... Echt prachtig! Mocht je ooit in Füssen zijn, zou ik ook zeker die kerk gaan bezoeken. Je bent er dan toch en hij is het waard. Wow. Er is aan het einde van de kerk nog een extra stukje beneden wat je kunt bezichtigen. Daar speelde Sebastian nog een kiekeboe spelletje achter een beeld...
We liepen daar langs (eigenlijk op weg naar het kasteel) en Kevin was even binnen gaan kijken en kwam mij al snel ophalen. Dat werd weer een rondje foto’s maken waarbij Sebastian uit de buggy wilde en rond wilde lopen. Vervolgens liepen we omhoog, heuvelopwaarts naar het kasteel toe, met de volle zon in ons gezicht en waren we al snel halverwege tot de conclusie dat dit wel iets too much was. Sebastian liep niet door; ik liep een buggy met al die tassen te duwen en we hadden de pap een beetje op. We kwamen een stel Nederlanders tegen op het kasteelterras halverwege – en toen zij naar beneden gingen en wij naar boven – zijn hun helemaal naar boven geweest. Toen wij van het kasteelterras af kwamen en compleet bezweet en ‘klaar’ waren hebben we aan hen maar gevraagd of het het waard was om helemaal door te lopen naar boven. De vader van het gezin zei: nou, met die buggy en dat mannetje zou ik het laten voor wat het is. Ze hebben ons de bovenkant beschreven en die leek niet zo indrukwekkend. Ik zei: nou, bedankt, we googelen de rest wel en zijn er vandoor gegaan
We liepen nog eventjes door de stad, hebben nóg een kerk gezien van ongeveer 50m2 die ook gaaf was en zijn daarna een supermarkt in gegaan om brood, yoghurt en bier te halen en Kevin is daarna zelf naar huis gereden. Ik was blij dat ik de parkeergarage had onthouden; Kevin was te boos daarstraks en kon hem nu niet meer vinden. Gelukkig wist ik het nog. Eenmaal thuis stond de auto in het zonlicht op de parkeerplaats in plaats van een donkere parkeergarage. Nu lijkt het nog tien keer erger. Ik had een billendoekje gepakt van Sebastian om de gele verf eraf te halen en even leken de krassen te verdwijnen. But not really; ze zijn er weer. Oh men, wat een nachtmerrie. I said i was sorry. That will be the end of it; ik wil er nu ook niks meer over horen. En van iedereen die grapjes maakt over mijn rijkunsten en/of dit voorval; grow up.
Thuis heb ik zelf eten gekookt en hebben we het weer gezellig gehad met zijn drieën. We hebben lekker samen gespeeld met Sebastian en we hebben het gehele onderwerp bijna niet meer vernoemd. We hebben in de tuin naar een sprinkhaan gezocht - maar nog niet kunnen vangen voor Sebas. Er is die dag nog één keer iets gezegd over de auto of eigenlijk refererend aan de auto; toen ik in de keuken stond eten te koken en een potje babyvoeding van Sebastian per ongeluk op de grond liet stukvallen. Ik slaakte een diepe zucht, begon glas te rapen terwijl Kevin op zijn allerergerlijkst zei: wat heb je nuuuuu weer kapot laten vallen? *zuhuhuhuchtttt* En echt op zo’n toon alsof ik alles altijd kapot laat vallen en half verantwoordelijk ben voor alles dat ooit kapot is gevallen en ik zei op mijn allerkwaadst: mijn liefde voor jou! En toen moesten we allebei heel hard lachen en was het weer oké. De domper van de dag is wel aanwezig, maar niet meer overmatig/overheersend zoals eerst. Life goes on, lalalala, life goes on. Morgen gaan we zwemmen; zonder auto.
Oh, en de bovenburen aanspreken op hun gedrag als dit zo doorgaat. Dat je behoeftes hebt; helemaal prima, we weten er alles van, maar we hoeven niet letterlijk al het gedetailleerd geluid van het liefdesspel mee te krijgen.
---edit--- vandaag thuis, 26-7 is er nog een onderdeel van de auto afgevallen ook. Een side-spoiler ofzoiets, heet het. Ik moest erom lachen. Kevin niet zo. Totaal absurd. Auto's zijn gemaakt van boter. Kunnen echt niks hebben...
Reacties
Reacties
Oh nee, dat heb jij weer. Succes met het oplossen van de schade.
Vrouw achter het stuur... ;-)
heerlijk zitten lezen allemaal net of ik effe mee was op reis heb er van genoten . vind het super geschreven heb mee gelachen met je fornuis en over de auto gaan we het maar niet hebben lol , al met al leuk verhaal . xxxx je grootste fan
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}